Op maandag 11 december organiseerde Rabobank en Van Gogh Nationaal Park het evenement Verduurzaming Industrieterreinen. Juist voor Van Gogh Nationaal Park is deze aanpak cruciaal om de verbinding te kunnen leggen tussen stad en het groene buitengebied. Maar ook om ons voor te bereiden op het veranderende klimaat én het welzijn van werknemers te bevorderen. Wist je dat 30% van de Nederlandse werknemers op een versteend industrieterrein werkt? Kunnen we de werkomgeving attractiever maken? En wat leren we van de industrialisering in de 19e eeuw? Binnenkort een uitgebreide terugblik maar lees hier alvast over de context van Van Gogh, een Nationaal Park en industrieterreinen.
Vincent van Gogh is internationaal verreweg de bekendste Brabander. Hij is er geboren en getogen en heeft er meer dan de helft van zijn leven gewoond. Hij produceerde er een kwart van zijn totale oeuvre en maakte er zijn eerste meesterwerk: de aardappeleters. Het is eigenlijk best bijzonder dat zo’n icoon, wiens afbeelding in de hele wereld wordt gebruikt, eigenlijk nog zo weinig wordt benut door het Brabantse bedrijfsleven. Zeker omdat ook in zijn latere Franse werk, Vincent altijd weer naar zijn geliefde Brabant verwijst. Zowel met zijn schilderijen als in zijn brieven.
Van Gogh heeft ons de schoonheid en de waarde van het Brabantse landschap en de natuur laten zien, én de kracht van de mensen die het landschap hebben gemaakt en erin werken. Zijn creativiteit, vernieuwingsdrang, verbeeldingskracht, doorzettingsvermogen en durf zijn voor ons de inspiratiebron om te werken aan het Brabant van de toekomst. Dat doen we niet op een historiserende manier, maar toekomstgericht, met verbeeldingskracht en innovatieve oplossingen.
In de tijd van Vincent, eind 19e eeuw, veranderde de wereld erg snel. De razendsnelle industrialisering en de verstedelijking zorgde niet alleen voor voorspoed maar ook braken door de vervuiling epidemieën uit zoals cholera. De trein en tram deden zijn opmars en iets eenvoudigs als de postzegel werd geïntroduceerd. Enorme veranderingen die Vincent als 13-jarige in textielstad Tilburg aan den lijve heeft ondervonden. Maar later ook in Londen, in de mijnstreek de Borinage en in Parijs.
De fin de siècle eind 19e eeuw bracht veel onrust met zich mee. Met name ook door de sterke scheiding tussen de industriëlen en het volk wat uiteindelijk in de 20ste eeuw heeft geleid tot grote mondiale excessen. Vincent koos in zijn leven voor de mensen die in zijn ogen het dichtste bij de schepping stonden; zo dicht mogelijk bij de natuur. Zowel in zijn periode als predikant maar nog meer toen hij de schilderskwast in de hand nam. Alsof hij met zijn werk een brug wilde slaan tussen de oprukkende industrie en verstening en de nood van gewone mensen.
Zitten wij nu niet in eenzelfde fase?
Mondialisering, digitalisering en de enorme snelheid van bijvoorbeeld de opkomst van de distributiecentra en alle snelheid waarin de veranderingen op ons afkomen. Dit heeft niet alleen gevolgen voor het milieu en ons welzijn maar verklaart wellicht ook de ontevredenheid die we in de maatschappij zien ontstaan.
Wat betekent dit voor de opgave die wij met de industrieterreinen hebben?
Kunnen we de noodzakelijke verduurzaming ook inzetten voor een gezonde en groene omgeving? Kunnen ondernemers investeren in de energietransitie, de klimaatadaptatie én de landschappelijke transitie? Het eerste deel acht iedereen logisch omdat het direct bijdraagt aan het rendement in de bedrijfsvoering. Het tweede en derde onderdeel, met meer ruimte voor blauw en groen, vraagt om een ondernemersvisie voor de langere termijn. Tijdens het evenement Verduurzaming industrieterreinen dat door Rabobank en Van Gogh Nationaal Park op 11 december werd georganiseerd werd duidelijk dat een groene omgeving bijdraagt aan het welzijn van werknemers en direct invloed heeft op het klimaat op het terrein. Maar hoe krachtig zou het zijn als we er ook in slagen de industrieterreinen als de groen-blauwe dooradering in te zetten tussen stad en het buitengebied. Werknemers die met plezier door het groen naar het bedrijf kunnen fietsen en bewoners uit aangrenzende wijken die wandelend via de groene linten het landschap in kunnen trekken.
Van Gogh NP is gestart met het behagen van Brabant met 1000 km aan heggen en landschapselementen op het boerenland. Maar zouden we deze niet direct moeten verbinden met de groene linten die via de industrieterreinen de stad in trekken?
Onze uitdagingen, opgaven én ambities zijn groot. Maar er zijn ook volop kansen. Essentie is dat we bij alle grote opgaven waar we voor staan, steeds investeren in de kwaliteit van onze omgeving zowel in het buitengebied als in de industrielandschappen als in de dorpen en steden.
Voor Van Gogh Nationaal Park is de investering in groen en blauw op industrieterreinen juist niet alleen ten behoeve van de biodiversiteit en om buffers te creëren voor het opvangen van excessen van een op hol geslagen klimaat. Maar het is een noodzakelijke ingreep om ieders welzijn te verbeteren en -om even terug te schakelen naar de 19e eeuw van Vincent van Gogh- een verdere scheiding tussen de industrieel en het volk te dichten.