Van Gogh Nationaal Park is bijzonder rijk aan overgangen tussen hoog en laag, nat en droog, rijk en arm, zand en veen. Dat maakt de natuur in het gebied bijzonder veelzijdig en rijk. De beekdalen verbinden de verschillende soorten landschapstypen ieder met rijke flora en fauna.  

Heide, vennen en zandverstuivingen

De grootste en hoogste dekzandruggen waren vaak te arm voor de landbouw. Hier lagen lange tijd de ‘woeste gronden’, met (natte) heide, bos of stuifzand. In de tijd van Van Gogh werd op verschillende plekken begonnen met de ontginning van deze gebieden, vaak als bosbouwperceel. Vanaf het begin van de twintigste eeuw werden deze gebieden steeds vaker aangekocht en beschermd als natuurmonument. De Loonse en Drunense Duinen, de Oisterwijkse Vennen en Bossen en de Oirschotse Heide liggen stuk voor stuk op dat soort hoge dekzandruggen.

Broekgebieden

De natte gebieden tussen zandruggen waren vooral in gebruik als grasland of nat bos. Ze werden ook wel ‘broekgebieden’ genoemd als ze uitgestrekt waren. Van Gogh Nationaal Park bestaat voor een groot deel uit deze van oorsprong zeer natte gebieden. Het Moergestels Broek is een voorbeeld. Het behoort tegenwoordig tot de waardevolste weidevogelgebieden van Brabant. Daar waar de zandgrond van hoog-Brabant overgaat in de klei van het rivierengebied van de Maas en de zeekleipolders van West-Brabant liggen ook broekgebieden. Deze zone van Grave tot Bergen op Zoom bevat onder meer Het Bossche Broek en de Ettense en Haagse Beemden.

Brabants Leem

Een groot deel van het landschap in het oostelijke gebied van Van Gogh NP heeft een dichte, slecht doorlaatbare leemlaag in de ondergrond: Brabants Leem . De bovengrond is erg nat en rijk. Hier ontstonden de natte leembossen, uniek voor Nederland. En ook het kenmerkende populierenlandschap. Voorbeelden van dit landschap zijn De Scheeken en De Mortelen.

 

Beekdalen

De stromende beken verbinden van oudsher de verschillende natuurgebieden en landschapszones. Op verschillende plekken is het oude karakter van het bekenlandschap te beleven, bijvoorbeeld in verschillende landgoederenzones of in gebieden waar geen ruilverkavelingen zijn geweest en de beken niet recht zijn getrokken. Op die plekken herbergen de beekdalen historische en ecologische waarden, met hun weiden en hooilanden, de zogenaamde beemden. De dynamiek van het stromende water zorgt voor bijzondere beeknatuur. Mooie voorbeelden van het oude bekenlandschap zijn te vinden in de landgoederenzone van de Chaamse Beken en in het Dommeldal.

Bijzondere gebieden in Van Gogh NP