BBM levert positieve bijdrage aan biodiversiteit
Studenten in de afstudeerfase van de opleiding Toegepaste Biologie aan de HAS hogeschool, te ’s-Hertogenbosch hebben in opdracht van Brabant Bodem onderzoek gedaan naar de relatie Brabantse Biodiversiteitsmonitor melkveehouderij (BBM) en biodiversiteit. Leiden de prestaties van de melkveehouders op gebied van deze indicatoren daadwerkelijk tot een hogere biodiversiteit? Daarom is onderzoek vericht en zijn er metingen uitgevoerd naar de bodem- en waterkwaliteit en de aanwezigheid van vlinders en broedvogels op 30 melkveebedrijven. De resultaten hiervan zijn vergeleken met de totale KPI-score en de KPI-scores van de vier zogenaamde groene KPI’s van elk bedrijf; KPI % kruidenrijk grasland, KPI % agrarisch natuurbeheer, KPI % groenblauwe dooradering en KPI gewasbeschermingsmiddelen.
Onderzoek in drie regio's
De studenten hebben het onderzoek verricht bij drie clusters melkveehouderijen. In de omgeving van Etten-Leur bij 10 bedrijven gelegen op zandgronden, kleigronden en klei op veengronden (beemdengebied). Bij 11 melkveehouderijen van de Duinboeren gelegen op zandgronden. In de omgeving van Boxtel bij 9 melkveehouderijen gelegen op zand- en beekdalgronden.
Bodem, water vlinders en broedvogels
Voor het onderzoek werden metingen gedaan naar de bodemkwaliteit en de waterkwaliteit met het instrumentarium van Earthwatch Europe. De dagvlinders en dagactieve macro-nachtvlinders werden geïnventariseerd met behulp van een aangepaste versie van de landelijke meetnet methode van De Vlinderstichting.