Bonen, venkel en de bonenvlieg
Vanuit Brabants Bodem start binnenkort een nieuw project: intercropping (mengteelt) van sperziebonen en kruidvenkel, om de beruchte bonenvlieg tegen te gaan. De hoop is dat de bonenvlieg als plaag beter te beheersen is door predatoren aan te trekken en soorten te planten waar de bonenvlieg niet van houdt. Geert Hermans, projectuitvoerder namens Stichting Teelt Overleg Groenten (TOG) vertelt.
Proefopzet
‘In de sperziebonenteelt, maar ook in uien- hebben we steeds meer last van bonenvlieg, een klein vliegje dat voor veel schade zorgt aan de bonenplantjes. De bestrijding van dit beestje is lastig, omdat we het zaad niet meer mogen ontsmetten voor het ingezaaid wordt. Chemische bestrijding van de bonenvlieg is op dit ogenblik niet mogelijk. Er wordt veel onderzoek gedaan naar chemische bestrijdingsmiddelen en bodempreparaten om bonenvlieg te bestrijden, maar met intercropping mikken we meer op het biologisch beheersen dan het bestrijden van de bonenvlieg. Dat werkt zo in dit project: op een perceel van ca. 4 tot 6 hectare zaaien we eerst op 1 ha. kruidvenkel in, een tweejarig gewas waarvan bekend is dat bonenvlieg er niet van houdt, vanwege de geur. Daarnaast trekt kruidvenkel predatoren aan die helpen de bonenvliegen weg te houden. Bovendien is kruidvenkelzaad relatief goedkoop, waardoor de investering beperkt is. Als de plantjes groot genoeg zijn zaaien we er sperziebonen tussen. Omdat de bonenvlieg vooral schade doet in de eerste groeistadia van de bonenplant proberen we op deze manier al voldoende predatoren in het veld te hebben en door de geur vliegjes die eitjes leggen weg te houden.
Van de vier tot zes hectare die we gaan inzaaien, zaaien we een deel in met en een deel zonder kruidvenkel tussen de bonenplanten, om te kunnen controleren wat het effect van de kruidvenkel is op bonenvliegschade. We hopen natuurlijk dat er in de delen waar kruidvenkel staat minder schade is aan de bonenplanten dan in de delen zonder kruidvenkel.
Als de bonenplanten in het 3 tot 4 bladstadium zijn, wordt de kruidvenkel weer weggehaald, zodat de sperziebonen en de venkel geen concurrenten van elkaar worden voor voedingsstoffen en water. Het weghalen gebeurt op twee manieren. Een deel van de venkel wordt weg geschoffeld, waarbij de hele plant vernietigd wordt. Een ander deel wordt gemaaid. Dan blijft de plant hopelijk in leven, en dient die als bodemverbeteraar door het wortelstelsel, maar ook nog steeds als vliegenverjager.‘
Geert benadrukt dat het een proef is waarbij nog veel ontdekt moet worden: laat de bonenvlieg zich op deze manier wegjagen? Verloopt de groei van beide planten zoals bedacht? Werkt het om de venkelplanten tussen de sperziebonen te zaaien, of is stroken- of randenteelt een betere optie? Is het wellicht ooit mogelijk om twee soorten te oogsten, als blijkt dat de venkel kan blijven staan? Om opgedane kennis weer in de proef mee te kunnen nemen is dit project tweejarig. Zo kunnen er tussentijds onderdelen in de proefopzet gewijzigd worden.
Biodiversiteit, bodemleven en verdienmodel: win-win-win situatie
Als de uitkomsten zijn zoals gehoopt, is dat erg veelbelovend en kun je dit soort mengteelten bij andere gewassen ook toepassen. Er is dan nog wel veel onderzoek nodig naar plantkennis en de interactie van planten op elkaar.
Op termijn hoeft er dan mogelijk veel minder of geen gebruik gemaakt te worden van chemische bestrijdingsmiddelen, en verbetert de opbrengst. Daarnaast is een mengteelt goed voor de biodiversiteit, en levert organische stof in de bodem. Beide belangrijke voorwaarden voor gezonde planten die een goede opbrengst leveren. Geert merkt op: ‘Nu wordt vooral nog gekeken naar de geldelijke kosten en opbrengsten, maar met een teelt als deze hoef je uiteindelijk niet meer extra te spuiten, en het levert ook landschappelijke en maatschappelijke winst op. En dat is net zo goed belangrijk.’ Dat laatste is dan ook precies de reden waarom Brabants Bodem graag bijdraagt aan dit project.
De precieze locatie van de percelen is nog niet bepaald, maar dat zal bij een van de telers zijn die aangesloten is bij Ardo, een grote producent van diepvriesgroenten. De percelen liggen in ieder geval binnen het Van Gogh Nationaal Park. Omdat het voorjaar zo nat geweest is, loopt de planning wel anders dan bedacht, maar dat is alvast de eerste les: een proef loopt vaak anders dan je denkt.